Ik zie bij mijn ouders een VSM flesje Chamomila D6 op het aanrecht staan. Mijn zus is ook op bezoek en ze heeft haar dochtertje bij zich. Ik: “Hee, een homeopathisch middeltje. Zo te zien verdunde kamille. Waar is dat voor?” Zus: “Tegen pijn want haar tandjes komen door.” Ik: “Weet je dan niet dat homeopathie onzin is? Oneindig verdunnen van iets wat ziek maakt zou genezend werken?” Zus: (verontwaardigd) “Hoezo? Het werkt toch? Ik merk het aan haar.” Ik open mijn mond om een hele verhandeling af te steken over Hahnemann en zijn onlogische gedachtengoed, maar ik houd me in en zie er maar vanaf. Als mijn zus meent te denken aan de reacties van haar dochtertje af te leiden dat het echt helpt, wie ben ik dan om dat te willen weerleggen. En Ch.D6 lijkt me ongevaarlijk, evenals het doorkomen van de tandjes. Verder lag er nog een alterneutentijdschrift met lovende artikelen over bioresonantie (zus: “een vriendin van me doet dat met haar dochtertje, en ze hebben er reuze baat bij!”). Sure. Ik ben maar snel met mijn pa over PC's gaan praten.