De geneeskunde is een vruchtbaar gebied voor pseudowetenschappelijke beweringen, om de volgende eenvoudige reden.
De meeste ziekten of aandoeningen (a) gaan vanzelf over; (b) zijn zelf-regulerend; © vertonen vaak oplevingen, zelfs als het een een fatale ziekte betreft.
In al deze gevallen kan elk ingrijpen, hoe zinloos ook, toch heel effectief schijnen.
Dit zal duidelijker worden als je de zaak uit het oogpunt van een uitgekookte beoefenaar van frauduleuze praktijken bekijkt.
Om het feit dat elke ziekte een natuurlijk schommelend verloop kent zoveel mogelijk te benutten (en ook het placebo-effect), kan je het beste met de waardeloze behandeling beginnen als de toestand van de patient aan het verslechteren is. Op die manier zal men elk gevolg gemakkelijker aan je prachtige en waarschijnlijk zeer kostbare behandeling toeschrijven. Als de patient opknapt ga je met de eer strijken, als zijn toestand stabiel blijft is het de behandeling die er voor zorgde dat zij niet verslechterde. Als de patient daarentegen achteruit gaat was de dosis te klei, of de behandeling niet intensief genoeg, als hij sterft had hij niet op tijd je hulp ingeroepen.
Het toeval zorgt ervoor dat er altijd meer dan genoeg variatie is om een klein aantal succesjes op te leveren dat bij bijna elke behandeling wel zou zijn opgetreden. Het zou wel heel wonderbaarlijk zijn als er geen ‘ wonderlijke ’ genezingen waren.
Het bovenstaande geldt in bijna even grote mate voor gebedsgenezers, paranormaal begaafde artsen en een grote verscheidenheid andere beoefenaars van de geneeskunde, van homeopatische artsen tot predikers van het evangelie.