Polyfenolen en wijn, rode wijn in het bijzonder, zijn twee onafscheidelijke begrippen en zijn voor het ogenblik topitem van onderzoek. Hiermee kan onder meer de zogenaamde ?Franse Paradox? verklaard of (naargelang het kamp waarin men zich bevindt) verdedigd worden, paradox die de laatste jaren nogal eens in vraag werd gesteld. Lange tijd werd enkel het glas rode wijn als enige beschermfactor van cardiovasculaire aandoeningen aanzien. In sommige onderzoeken bouwt men zelfs verder op deze reputatie. Dit is onder meer het geval voor een Pools onderzoeksteam dat erop wijst dat het resveratrol, het belangrijkste flavonoïde in het sap van de wijnrank, de oxidatie van bepaalde thiolgroepen door het peroxynitriet zou tegengaan. Zo werd nog een bijkomend positief argument gevonden om het cardiovasculair beschermend effect van rode wijn te verklaren.
Nog meer wordt over wijn gesproken wanneer het om de strijd tegen kanker gaat, in het bijzonder om prostaatkanker. Wetenschappers van het Fred Hutchinson Cancer Research Center in Seattle hebben hiervoor gegevens in verband met het alcoholverbruik van 753 patiënten, waarbij recentelijk prostaatkanker werd vastgesteld, onderzocht. Ze vergeleken deze met een controlegroep van 703 personen en er werd een correctie voor de leeftijd toegepast. Uit de resultaten blijkt dat noch de totale alcoholconsumptie, noch de bier- of likeurconsumptie een invloed heeft op het risico op prostaatkanker. Dit kan niet gezegd worden voor rode wijn : voor ieder bijkomend glas rode wijn dat per week wordt gedronken, daalt het risico op het voorkomen van kanker met 6 %. Uit de studie blijkt evenwel niet of er een dosiseffect bestaat boven dewelke een omgekeerd effect zou kunnen ontstaan.