Jeanettte, ook jij bedankt voor je genuanceerde reactie , op deze manier is hier tenminste een zinvolle discussie te voeren.
Ik wil op een paar kleine dingetjes nog even ingaan:
Je schreef dat sommige alternatieve methoden niet wetenschappelijk te bewijzen zijn, maar daar ben ik het toch niet mee eens. Vaak wordt voor deze stelling aangevoerd dat iedereen anders is en anders reageert, maar dat is bij reguliere therapieën ook zo. Je kan voor elke alternatieve therapie wel een onderzoek opzetten waarbij je een groep de therapie aanbiedt en een andere vergelijkbare groep niet en vervolgens na een vastgestelde tijd de resultaten (op een aantal eindpunten) vergelijkt. Dubbelblind zal vaak niet mogelijk zijn, maar dat is ook voor sommige reguliere geneeswijzen helaas het geval. Het ontbreken van mogelijkheden om wetenschappelijk bewijs te leveren wordt m.i. vooral gebruikt door de aanhangers van alternatieve therapieën die volgens mij echt geen enkel effect hebben behalve het placebo-effect van de aandacht die ze krijgen (ook goed als dat helpt, maar geen bewijs dat de therapie iets doet). Zodra zo'n therapie wetenschappelijk bewezen wordt en het onderzoek is naar mijn mening goed opgezet en de resultaten roepen geen twijfel meer op zal ik een van de eersten zijn die ze voor waar aanneemt.
Natuurlijk zijn het gevoel en de ervaringen van een patiënt ook belangrijk, daar gaan sommige artsen wel eens aan voorbij, en voor elke patiënt die geholpen is met een alternatieve therapie ben ik blij, maar ik vraag me dan heel vaak tegelijkertijd af: is hij beter geworden door de therapie of ondanks de therapie. Diezelfde vraag heb ik soms bij mensen die door een huisarts behandeld zijn hoor, ook daar wordt veel niet-evidence-based voorgeschreven bij aandoeningen die zonder behandeling ook overgaan.
Over het gebruik in algemene doseringen van medicijnen in de reguliere sector: vergis je niet hoeveel er gekeken wordt naar iemands gestel. Helaas gebeurt het vaak ‘op gevoel’, maar het gebeurt wel. Een van de eerste dingen die ik leerde toen ik eindelijk de praktijk inging, namelijk bij mijn eerste co-schap (interne geneeskunde): ik had de superviserend arts verteld wat er aan de hand was etc. Hij vroeg wat ik wilde voorschrijven, ik noemde een medicijn. “En welke dosering wil je dan geven? En hoe vaak per dag?”, standaarddosering genoemd natuurlijk, want het was een volwassene. “Wat voor iemand is het, klein of groot, mager of dik?”. Het was nogal een kleine, magere man, dus ik kreeg het advies met de laagste dosering te beginnen en eventueel bij onvoldoende effect de dosering te verhogen. Dat gebeurt dus heel veel: kijken naar iemands postuur, naar man of vrouw (ja, echt), naar iemands leeftijd, nierfunctie en uiteraard naar welke andere medicijnen iemand gebruikt. Natuurlijk gaat het wel eens fout, vooral als een onervaren iemand het voorschrijft en de ervaren supervisor de patiënt niet ziet. Dit is ook het grote gevaar van de enorme tijdsdruk die er heerst in de ziekenhuizen.
Bij kinderen is er geen vaste dosering hoor, voor elk medicijn is er een berekeningsmethode (vreselijk….), sommigen moet je een sommetje maken met het gewicht, anderen met de leeftijd en soms zijn er categorieën gemaakt met opklimmende doseringen.
Dat er in de reguliere zorg te weinig naar verbanden wordt gekeken ben ik deels met je eens. Het gebeurt wel, maar op een andere manier dan jij bedoelt. Internisten kijken voornamelijk naar de verbanden tussen verschillende problemen die een paiënt heeft, ook kinderartsen zijn gewend naar het geheel te kijken, maar andere artsen doen dat weer minder. Dat is ook het nadeel van de verregaande specialisatie, maar ja, een arts kan helaas niet meer alles weten overal van. Daarom is het van belang dat er onderling gecommuniceerd wordt, en vergis je niet, dat gebeurt veel, sommige artsen zijn meer bezig met interdisciplinaire besprekingen dan met spreekuren! Zelf vind ik het heel belangrijk om naar het geheel te kijken en ik heb dan ook voor een breed vakgebied gekozen, een van als KNO zou niets voor mij zijn
Wat er in Limburg voor nieuwe vorm van overleg is weet ik niet, maar in alle ziekenhuizen zijn dus vormen van overleg van meerdere specialisten (en andere zorgmedewerkers zoals maatschappelijk werkenden, psychologen, verpleegkundigen, soms fysiotherapeuten) samen. Wat wel te weinig gebeurt naar mijn mening is dat ook poliklinische patiënten hier besproken worden, vaak bespreken ze alleen de opgenomen patiënten. Kennelijk hebben ze in Limburg iets bedacht voor die speciale patiëntengroep?
Natuurlijk is er ook kaf onder het reguliere koren, ik denk alleen dat de verhouding koren/kaf er wat gunstiger is. Wat ik jammer vind is dat dat de reden is dat mensen ‘alternatief gaan’. De reden om alternatief te gaan moet zijn dat alternatief ook echt werkt, niet dat het andere niet gewerkt heeft. Helaas heb ik in de ziekenhuizen veel patiënten gezien die al allerlei alternatieve ‘therapieën’ gedaan hebben, zonder enig succes, en dan eindelijk bij ons komen, soms blijkt dan dat ze hun klachten maar een keer aan de huisarts verteld hebben en daarna nooit meer, terwijl de klachten duidelijk verergerd zijn en er dus duidelijk een reden voor doorverwijzen was. Ik heb er (itt tot veel van mijn collega's, dat weet ik) geen problemen mee als patiënten die wij niets kunnen bieden (want die zijn er helaas) hun heil zoeken in de alternatieve sector, al is het maar omdat ze daardoor het gevoel krijgen zelf nog iets aan hun problemen te kunnen doen. Waar ik wel problemen mee heb is als mensen vervolgens valse hoop wordt geboden terwijl hun het geld uit de zak geklopt wordt. Een voorbeeld? Op diverse prikborden waaronder dat van de kankerpagina werden een tijdje geleden abrikozenpitten aangeboden waarbij je in de tekst kon lezen dat deze kanker konden genezen. Dat vind ik dus echt kwakzalverij! Ik vind wel dat voedingsmethoden en leefgewoonten veel kunnen bijdragen in de preventie van kanker (daar is de hele reguliere sector van overtuigd, met roken op nummer 1) en ook uitmaken bij de behandeling (een roker die stopt met roken heeft gemiddeld meer kansen dan iemand die nog steeds twee pakjes per dag rookt), maar dat het nemen van een voedingsmiddel of voedingssupplement kanker kan genezen zal je mij niet van kunnen overtuigen.
Ik ben het met je eens over de uitspraak van de sceptici dat reguliere artsen beter zouden moeten weten. Wat ik wel jammer vind is dat de uitspraak “Take the best of both worlds”, die jij ongetwijfeld goed bedoeld, door veel alternatieven misbruikt is om ons te vertellen dat wij maar in al hun therapieën moeten geloven. Ik sta er voor open ja, maar dat betekent niet dat ik alles klakkeloos geloof. Ook ik ben sceptisch, maar op een gezonde manier hoop ik
Enne… wat Judith vertelt over dat haar patiënten vrijwel altijd enthousiast zijn: dat kan ik bevestigen. Ik ken Judith en niet alleen haar patiënten zijn tevreden, ook de medewerkers met wie ze samenwerkt lopen met haar weg! Ze is wat negatiever over alternatief dan ik, dat klopt, maar wellicht heeft zij in haar jaren meer ervaring ook heel wat meer ellende gezien (dan ik) van mensen die eerst alternatief geprobeerd hebben en dan vervolgens te laat naar een echte dokter gaan, helaas komt dat ook voor.